Conferentie: naar betere ketenzorg rondom antistolling

Op 17 mei vond de landelijke conferentie Transmurale Antistolling plaats. Ruim 150 zorgprofessionals vanuit verschillende disciplines wisselden van gedachten over betere samenwerking in de keten rondom het gebruik van antistollingsmiddelen en daarmee een veiliger gebruik van deze geneesmiddelen. De conferentie was een initiatief van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT), de Federatie Medisch Specialisten en de Stuurgroep keten Antistollingsbehandeling.

Zorgvuldig gebruik belangrijk

Antistollingsmiddelen, ook wel bloedverdunners genoemd, worden door meer dan 1 miljoen mensen in Nederland gebruikt voor hart- en vaatziekten en trombose. Zorgvuldig gebruik van deze middelen is belangrijk wegens een verhoogd risico op bloedingen of trombose. Complicerende factor is dat er bij de behandeling van deze patiëntengroep meerdere disciplines betrokken zijn: medisch specialisten, huisartsen, apothekers, specialisten Ouderengeneeskunde, tandartsen en trombosediensten. Wanneer de overdracht tussen deze zorgverleners niet goed gaat, kan dit leiden tot gezondheidsschade bij de patiënt maar ook tot situaties waarbij operaties op het laatste moment niet door kunnen gaan. Daarnaast zijn recent nieuwe antistollingsmiddelen (NOAC’s) op de markt gebracht waardoor de zorg complexer is geworden: er zijn meer behandelopties en er zijn meer voorschrijvers bij betrokken. Goede afstemming tussen zorgverleners onderling en met patiënten is dus essentieel.

Naar een sluitende antistollingsketen

Als gevolg van deze ontwikkelingen ontstond de behoefte om de organisatie van de zorg rond antistolling te verbeteren. Zo kwam de (herziene) ‘Landelijke Standaard Keten Antistollingsbehandeling’ (LSKA 2.0) tot stand. In deze standaard is het hele zorgproces rond antistolling vastgelegd: de taken en verantwoordelijkheden van alle partners in de keten, inclusief de patiënt, en de onderlinge communicatie en afstemming. Daarnaast verscheen de Leidraad begeleide introductie NOAC’s, een consultkaart over dit onderwerp en werd de nieuwe richtlijn Antitrombotisch beleid gepubliceerd in de Richtlijnendatabase. De totstandkoming en implementatie van de Landelijke Standaard Keten Antistolling wordt sinds 2011 begeleid door de Stuurgroep Keten Antistollingsbehandeling waarin veel beroepsverenigingen onder leiding van de FNT participeren. Daarnaast is de implementatie onderdeel van de afspraken die de Federatie Medisch Specialisten heeft gemaakt met het ministerie van VWS om doelmatig voorschrijven en goede trombosezorg te bevorderen.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Omdat bij de implementatie van de LSKA en de benodigde transmurale samenwerking veel verschillende partijen betrokken zijn, werd het onderwerp tijdens de conferentie vanuit diverse perspectieven belicht. Cordula Wagner (NIVEL) ging in op de aansluiting tussen richtlijnen en de praktijk van de antistollingszorg. Marina Eckenhausen (Inspectie voor de Gezondheidszorg) benadrukte dat alle schakels in de keten vaak goed functioneren, maar dat het gaat om ‘het op elkaar laten aansluiten van de puzzelstukjes’. Hans van Laarhoven stelde als vertegenwoordiger van de patiëntenorganisatie Hart&Vaat Groep de vraag ‘Van wie is de antistolling?’ Conclusie was dat de patiënt samen met de huisarts een belangrijke rol heeft in het bewaken van het zorgproces en daar dus nauw bij betrokken moet worden. In workshops wisselden de deelnemers ervaringen en kennis uit, wat waardevolle ideeën opleverde die zij kunnen meenemen naar de eigen dagelijkse praktijk. ‘Zorgverleners moeten elkaar actief opzoeken en zijn samen verantwoordelijk voor goede regionale afspraken over de zorg rondom antistolling’, zo concludeerden dagvoorzitters Menno Huisman en Hugo ten Cate. Zij sloten af met een oproep aan de aanwezigen om deze boodschap in hun eigen regio actief uit te dragen.

Verslagen van de conferentie:
Verslag conferentie Transmurale Antistolling (pdf)
Presentatie conferentie Transmurale Antistolling (ppt)