Voortgang en beoordeling

Bij de meeste medische vervolgopleidingen moet je als aios landelijke kennisexamens afleggen. Soms zijn dit zelfs Europees erkende examens waarmee je kunt voldoen aan de eisen die worden gesteld aan het werken als specialist in Europees verband. De wetenschappelijke vereniging organiseert de examinering. Daarnaast zijn bekwaamverklaringen essentieel voor een aios om op een bepaald supervisieniveau te mogen werken. In zogenaamde EPA’s - Entrusted Professional Activities - worden alle eisen aan de beroepsuitoefening in samenhang met elkaar beschreven in een overzichtelijke tabel. Het Kaderbesluit van het College Geneeskundige Specialismen geeft richtlijnen voor beoordeling en bekwaamverklaring. 

Lees ook: Opleidingsplannen, Individualiseren, Regelgeving en Kwaliteit opleiding

Bekwaamheidsniveaus

Einddoel van de opleiding is dat een aios de vaak risicovolle beroepsactiviteiten zelfstandig, zonder supervisie kan uitvoeren. De opleider moet op diens bekwaamheid kunnen vertrouwen, voordat hij of zij besluit dat een lager supervisieniveau verantwoord is. De voortgang en beoordeling wordt bijgehouden in het portfolio van de aios. Dit zijn de vijf bekwaamheidsniveaus: 

  • de aios observeert (voert niet zelf uit);
  • de aios voert een activiteit uit onder directe, proactieve supervisie;
  • de aios voert een activiteit uit onder indirecte, reactieve supervisie; (supervisor is wel snel oproepbaar);
  • de aios voert een activiteit geheel zelfstandig uit;
  • de aios geeft zelf supervisie aan jongere lerenden (jongerejaars aios of coassistenten).

Hoe zelfstandiger je de beroepsactiviteit kunt verrichten, hoe minder supervisie van de opleider je nodig hebt. Vanaf niveau vier kun je de activiteit zelfstandig uitvoeren, dus zonder supervisie.

EPA’s

In zogenaamde EPA’s - Entrusted Professional Activities - worden alle eisen aan de beroepsuitoefening in samenhang met elkaar beschreven in een overzichtelijke tabel. Het gaat daarbij om eisen aan beroepsactiviteiten, kennis, vaardigheden, attitude, CanMEDS-competenties en supervisieniveau. Het landelijke opleidingsplan van de wetenschappelijke vereniging is daarom ook opgebouwd door EPA’s. Dankzij het overzicht en de samenhang bieden EPA’s zo een goede basis voor: 

•    start-, volg- en beoordelingsgesprekken tussen aios en opleider;
•    het volgen van de leerontwikkeling van de aios via het e-portfolio;
•    het bepalen van individuele leertrajecten omtrent inhoud en opleidingsduur;
•    het afleggen van verantwoording over bekwaamheid van de aios (bijvoorbeeld voor autorisatie en accreditatie).

Een herkenbare EPA is ‘Dienst doen’. Daarin staat onder meer beschreven op welk supervisieniveau je als aios moet kunnen triageren en overdragen om avond- of weekenddiensten te kunnen doen. EPA’s zijn onderdeel van het portfolio van een aios, net als verslagen van voortgangs- en beoordelingsgesprekken.

Toetsingsinstrumenten 

Er is een flink aantal instrumenten beschikbaar waarmee opleiders de ontwikkeling in kennis, vaardigheden, attitude en CanMEDS-competenties kunnen vaststellen. Deze toetsinstrumenten kunnen helpen bij het bekwaam verklaren van jou als aios. Een aantal voorbeelden van toetsinstrumenten die veel worden gebruikt:

  • Korte Praktijkbeoordeling (KPB) - bedoeld voor het nabespreken en vastleggen van jouw functioneren op praktische onderdelen van competenties. Situaties die zich lenen voor een KPB zijn bijvoorbeeld overdracht, consult poli/SEH/afdeling visite, communicatie met patiënt en collega’s, een slecht nieuwsgesprek.
  • Critical Appraisal of a Topic (CAT) - hiermee leer je om evidence based medicine te koppelen aan de klinische praktijk. Een CAT vergroot de kennis over een bepaald onderwerp en draagt bij aan het vormen van een kritische grondhouding. 
  • 360-graden-feedback - een methode waarbij je vanuit verschillende richtingen feedback ontvangt. Bijvoorbeeld van specialisten, collega-aios, verpleegkundigen en soms zelfs patiënten. Hierdoor ontstaat een breed beeld van jou vanuit verschillende perspectieven. Het biedt je inzicht in mogelijke verschillen tussen je eigen perceptie en die van anderen over jouw functioneren.
  • Zelfevaluatie - je doet zelfonderzoek naar je kennis, gedrag, opvattingen, houding en doelen. Door bewust te kijken naar jezelf krijg je zicht op je sterke en minder sterke kanten, en dat is weer een goede basis biedt voor persoonlijke ontwikkeling.

Gesprekscyclus

Het opleidingsproces bestaat uit zowel het informele, ‘adhoc’ leerproces op de werkvloer, als de formele volg- en beoordelingscyclus. Daar hoort een cyclus bij van gesprekken:

  • Introductiegesprek met de opleider of supervisor aan het begin van elke stage of elk nieuw opleidingsonderdeel. Aan bod komen de wederzijdse verwachtingen: wat kun je als aios verwachten aan opleidingsactiviteiten? Hoe kun je aios leerdoelen of specifieke interesses tijdens de stage aan bod laten komen?
  • Voortgangsgesprek als tussentijdse evaluatie. Ligt je ontwikkeling op koers? Wat gaat goed, wat kan beter? Tijdens het voortgangsgesprek kijken jij en je opleider ook vooruit, naar leerdoelen voor de komende periode. Voortgangsgesprekken heb je in het eerste opleidingsjaar minimaal vier keer, in het tweede en derde opleidingsjaar minimaal twee keer en in de overige jaren minimaal één keer per opleidingsjaar.
  • Geschiktheidsbeoordeling aan het eind van elk opleidingsjaar. Dan bepaalt je opleider of je de opleiding mag voortzetten. Dit is een verplicht onderdeel in de opleiding, vastgelegd in de regelgeving. De opleider beoordeelt of de ontwikkelde competenties het niveau hebben bereikt dat in de betreffende fase van je opleiding mag worden verwacht. Soms leidt de beoordeling tot een intensiveringstraject.

Ondersteuningsmateriaal